'Roodkapje' 2000
Elisabeth Koetsier (Zwolle 1952) leeft in de jaren '70 grotendeels in Noord-Afrika, met name in Tunesië en Marokko. Terug in Nederland volgt zij de opleiding monumentale vormgeving (specialisatie schilderen) aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Kampen. Sinds 1990 werkt zij afwisselend in Nederland en Frankrijk.

Het werk uit de eerste jaren is sterk beïnvloed door de Arabische wereld (traditionele weefsels, calligrafie). In de jaren negentig ontstaan de typische stillevens: monumentale uitvergrotingen van eenvoudige alledaagse gebruiksvoorwerpen zoals schalen, vazen en kommen. Geleidelijk aan ontstaan er ook landschappen, meestal met een of ander bouwsel, en plattegronden of constructie-achtige voorstellingen van gebouwen. Hierin treft vaak een aspect van heimwee: verlangen naar een paradijselijk, geïdealiseerd land, verlangen naar het huis waarin je je geborgen zou kunnen voelen. Naast het stille, sobere oeuvre laten de laatste jaren weer uitbundig, barok werk zien. Het is een voortborduren op dezelfde thema's, maar de vazen zijn nu overdadig gevuld. Onder voortgang wordt nog weer verder doorgeborduurd...

Elisabeth Koetsier schildert de dingen waar ze mee omgaat, die ze in huis of daarbuiten om zich heen heeft. Ze onderzoekt hoe vormen zich verhouden tot elkaar en de omringende ruimte. De huid van haar beelden bouwt ze op uit kleuren die in transparante lagen over elkaar heen gezet worden. Kenmerkend zijn de inkt-lijnen of -tekeningen die over het geschilderde beeld heengezet worden. Zwaar papier of een doek/lap vormen de drager. Soms voegt zij nog een extra laag toe: uitgeknipte vormen van papier of stof zoals fluweel en kant. Elisabeth Koetsier is vooral een materiaalschilder.

In tegenstelling tot het streven naar soberheid waarvan vaak sprake is bij het schilderen leeft er in Elisabeth Koetsier ook een uitbundige barokke wereld. Het joie de vivre, de wereld van kleur, noem het maar de meer frivole kant, die vooral tot uitdrukking komt in de objecten (pronkjuwelen) die Elisabeth maakt.

Eind jaren tachtig, begin negentig ontstonden de ‘Reis-ikonen’ en de ‘Pelgrimsstokken’ (o.m. door het Textielmuseum aangekocht). Er spreekt een nostalgisch verlangen naar romantiek uit. Vergane glorie gevangen in beelden. Het zijn vaak kleine objecten, reliëfs of assemblages van zeer diverse materialen, van plastic tot stukken antiek textiel, gelijmd of genaaid, soms in combinatie met getekende of geschilderde elementen.

Elisabeth zegt hierover: ‘Het maken van dit werk is een haast tegenovergestelde bezigheid vergeleken met schilderen of tekenen. Het fungeert vaak onbedoeld als aanloop of schets. Het ontstaat spelenderwijs, gehoorzaamt aan z'n eigen wetten, vraagt concentratie en relativeert. Een bijna meditatieve bezigheid zou je 't kunnen noemen. Het maakt mijn hoofd leeg en vult ’t gelijktijdig’.

Het werk van Elisabeth Koetsier werd aangekocht door musea (zoals het Nederlands Textielmuseum) en geëxposeerd op internationale kunstbeurzen zoals de KUNSTRAI in Amsterdam en de TEFAF in Maastricht. Verder exposities o.a. in Frankrijk (Parijs: Galerie Gloria Cohen; Albi: Palais de la Berbie; Toulouse: Espace Ecureuil), in China (Hong-Kong: Mandarin Oriental Fine Arts; Macao: Macau Tower Convention Centre).

Documentatie
Bulletin Nederlandse Kostuumvereniging
December 2013

Amazing Grace by Tim Beddow.
Homes and Antiques
October 2009, pages 97-104

The halfway house by Tim Beddow.
World of Interiors
May 2001, 8 pages